
Van de week zag ik een congres over Bonaire waarin gepleten werd voor het recht op zelfbeschikking. Wat in dit congres werd gezegd heeft diepe indruk op mij gemaakt en mij zodanig geraakt dat ik het niet van mij af kan schudden. Dat wil ik eerlijk gezegd ook niet. Het raakt aan wie ik ben, aan mijn wortels, aan hoe ik tegen de wereld aankijk en aan hoe ik de mens en haar bestaan hier op aarde beschouw. Bonaire heeft vanaf de eerste dag dat mijn voeten dit prachtige eiland raakten voor veel beroering en ontroering gezorgd. Dit lijkt een proces te zijn dat zich voortzet. Ook nu. In dit congres zijn sentimenten kenbaar gemaakt waar ik in het verleden maar ook nu ik op Bonaire woon, mee te maken heb. Sentimenten die raken aan de cultuur en de identiteit van Bonaire en haar bevolking dat als eiland onderdeel uitmaakt van het Koninkrijk van Nederland en alle uitdagingen dat dat met zich meebrengt. Sentimenten die zichtbaar en tastbaar aanwezig zijn, waar wij niet omheen kunnen op het eiland en die mij ook terugvoeren naar mijn jeugd in Suriname nadat het onafhankelijk werd en mijn jaren in Nederland. Sentimenten als het Nederlands als voertaal, terwijl de meerderheid van de bevolking niet tot nauwelijks Nederlands spreekt en het Papiamentu de taal van de lokale bevolking is, de kansenongelijkheid in de samenleving, de inrichting van het onderwijs dat Nederlandse modellen hanteert in een Bonairiaanse cultuur, de werkcultuur waarin veelal professionals vanuit Nederland voor een korte periode worden ingevlogen, het zorgstelsel dat gedeeltelijk geprivatiseerd is en andere manieren waarop de samenleving wordt ingericht volgens Nederlandse modellen op een eiland dat haar eigen identiteit en cultuur kent. Ook ik heb direct en indirect te maken met deze sentimenten waar ik mij niet aan kan onttrekken. Sentimenten die veel vragen oproepen en moreel een groot appèl op mij doen.
Toen Suriname in 1975 onafhankelijk werd van Nederland, was ik nog niet geboren. Ik heb Suriname alleen in beperkte mate meegemaakt als onafhankelijk land. De verhalen van mijn moeder en andere leden van mijn familie over het Suriname voor en na de onafhankelijkheid zijn mij echter niet onbekend. En daarmee ook alle goede en minder goede kanten van beide tijdperken. Toen Surinamers na 1975 voor de keuze werden gesteld om de Surinaamse nationaliteit te behouden of voor de Nederlandse te kiezen, kozen mijn ouders voor het laatste. Op 7 jarige leeftijd kwam ik naar Nederland. Ik heb het grootste gedeelte van mijn leven in Nederland doorgebracht en omdat het Nederlands de officiële taal van Suriname, als een kolonie van Nederland was, sprak ik vloeiend Nederlands en vormde de taal geen barrière voor mijn integratie in de Nederlandse samenleving.
In Nederland heb ik altijd tussen twee culturen in geleefd. De Nederlandse cultuur van het land waarin ik leefde en de Surinaamse cultuur waar mijn wortels lagen en een realiteit vormde in mijn dagelijks leven. Dat verliep doorgaans vrij moeiteloos en ik bewoog mij vrij gemakkelijk tussen beide culturen. Op Bonaire ervaar ik dat anders. Hier bevind ik mij in een soort niemandsland. Hier ben ik geen Nederlander, maar ook geen Bonairiaan. Hier ben ik een Surinamer die heel lang geleden de binding met het land van mijn oorsprong is kwijtgeraakt en die op zoek is naar mijn identiteit op Bonaire. Een soortgelijk sentiment lijkt aanwezig te zijn bij de Bonairiaanse bevolking. In de afgelopen 14 jaar is er ontzettend veel veranderd op het eiland. Niet alleen is de bevolkingssamenstelling veranderd, maar zijn er in rap tempo allerlei veranderingen in de samenleving doorgevoerd waar zij niet altijd bij gebaat zijn en soms zelfs onder lijden. In tegenstelling tot mij is Bonaire hun thuis. Hoewel Bonaire hun thuis is, voelen zij zich echter vreemdelingen in hun eigen land en raken steeds meer vervreemd van een eiland dat zij eens als hun thuis beschouwden. De redenen daarvoor zijn uiteenlopend en hebben alles te maken met hun intrede als bijzondere gemeente van Nederland in 2010. Veertien jaar geleden verloren zij hun onafhankelijkheid en sindsdien is er veel veranderd en sommigen stellen zelfs verergerd. In de afgelopen 14 jaar is de bevolking gegroeid van 10.000 inwoners naar 25.000 inwoners. 31 procent daarvan bestaat uit de lokale bevolking en vormt een minderheid. Kun je je voorstellen dat je een minderheidsgroepering bent in je eigen land? Het kan niet anders dan dat het inwerkt op hoe je naar jezelf kijkt en de wereld om je heen beschouwt. Op verschillende gebieden in de samenleving is er sprake van kansenongelijkheid en de Bonairiaanse identiteit en cultuur staan zwaar onder druk. Dat doet de vraag oprijzen wat 14 jaar als bijzondere gemeente van Nederland de lokale bevolking heeft gebracht en wellicht heeft gekost? En wat er gedaan kan worden om Bonairianen zich weer thuis te laten voelen op hun eigen eiland?
Zelfbeschikking over Bonaire wordt hiervoor als oplossing aangedragen. Veel Bonarianen erkennen dat het eiland sinds het een bijzondere gemeente van Nederland is geworden, in een aantal opzichten vooruit is gegaan en er veranderingen hebben opgetreden die het eiland ten goede komen. Dat ontkennen zij niet. De vraag is echter in wiens belang de veranderingen zijn? Het enige wat Bonairianen willen is een stem hebben in hoe het eiland wordt bestuurd en dat in de ontwikkelingen die op het eiland worden doorgevoerd, hun belangen in het oog worden gehouden. Hopelijk was dit congres een eerste aanzet voor een betere toekomst voor alle Bonairianen die zich vervreemd voelen op hun eigen eiland. Het is noodzakelijk en ze van harte gegund.
Maak jouw eigen website met JouwWeb